Ondergroep (wiskunde)

In de groepentheorie is een ondergroep of deelgroep[1] H {\displaystyle H} van een gegeven groep G {\displaystyle G} met de groepsbewerking {\displaystyle *} een deelverzameling van G {\displaystyle G} die zelf ook een groep is bij dezelfde groepsbewerking {\displaystyle *} . Dat H {\displaystyle H} een ondergroep is van G {\displaystyle G} , wordt genoteerd met H G {\displaystyle H\leq G} .

Definitie

De deelverzameling H G {\displaystyle H\subseteq G} van een groep ( G , ) {\displaystyle (G,*)} heet een ondergroep van ( G , ) {\displaystyle (G,*)} , als H {\displaystyle H} met de groepsbewerking {\displaystyle *} van ( G , ) {\displaystyle (G,*)} zelf een groep is.

Dat houdt in dat de beperking van de bewerking {\displaystyle *} tot H {\displaystyle H} voldoet aan de axioma's voor groepsbewerking.

Als de ondergroep H {\displaystyle H} van een groep G {\displaystyle G} gevormd wordt door een echte deelverzameling van G {\displaystyle G} , is ( H , ) {\displaystyle (H,*)} een echte ondergroep van ( G , ) {\displaystyle (G,*)} . Voor iedere groep G {\displaystyle G} is er de triviale ondergroep met alleen het neutrale element.

Nevenklassen

Gegeven een groep ( G , ) {\displaystyle (G,*)} en een ondergroep H G {\displaystyle H\leq G} , dan onderscheidt men voor ieder element g G {\displaystyle g\in G} de nevenklassen van g {\displaystyle g} in G {\displaystyle G} . De linkernevenklasse g H {\displaystyle gH} van H {\displaystyle H} bepaald door g {\displaystyle g} is

g H = { g h h H } {\displaystyle gH=\{gh\mid h\in H\}}

en de rechternevenklasse H g {\displaystyle Hg}

H g = { h g h H } {\displaystyle Hg=\{hg\mid h\in H\}} .

Iedere ondergroep H {\displaystyle H} van een groep G {\displaystyle G} heeft in G {\displaystyle G} altijd evenveel linker- als rechternevenklassen. Een ondergroep heet een normaaldeler van de groep als linker- en rechternevenklassen samenvallen.

Orde

Voor een eindige groep G {\displaystyle G} kan de orde, dat wil zeggen het aantal elementen, van die groep door de orde van alle ondergroepen H {\displaystyle H} ervan worden gedeeld. Dat is de stelling van Lagrange. Het quotiënt van de orde van G {\displaystyle G} en van H {\displaystyle H} is het aantal nevenklassen van H {\displaystyle H} in G {\displaystyle G} .

Eigenschappen

  • Het neutrale element van een ondergroep H G {\displaystyle H\leq G} is hetzelfde als het neutrale element van G {\displaystyle G} zelf.
  • De inverse h 1 {\displaystyle h^{-1}} van een element h H {\displaystyle h\in H} in een ondergroep H G {\displaystyle H\leq G} is gelijk aan de inverse h 1 {\displaystyle h^{-1}} van het element in de groep h G {\displaystyle h\in G} .
  • De doorsnede van twee ondergroepen is ook een ondergroep.
  • Een deelverzameling H G {\displaystyle H\subseteq G} is dan en slechts dan een ondergroep van de groep G {\displaystyle G} , als in H {\displaystyle H} tenminste het neutrale element voorkomt, H {\displaystyle H} gesloten is onder de groepsbewerking en de inverse h 1 {\displaystyle h^{-1}} van ieder element h H {\displaystyle h\in H} ook een element van H {\displaystyle H} is. Dit houdt in: dat met a , b H {\displaystyle a,b\in H} ook a b H {\displaystyle ab\in H} en a 1 H {\displaystyle a^{-1}\in H} .
  • Als H {\displaystyle H} eindig is, dan is H {\displaystyle H} dan en slechts dan een ondergroep van G {\displaystyle G} , als H {\displaystyle H} gesloten is onder vermenigvuldiging. In dit geval genereert elk element a H {\displaystyle a\in H} een eindige cyclische ondergroep van H {\displaystyle H} en is de inverse van a {\displaystyle a} gelijk aan a 1 = a n 1 {\displaystyle a^{-1}=a^{n-1}} , waarin n {\displaystyle n} de orde is van a {\displaystyle a} . Dat betekent dat n {\displaystyle n} het kleinste getal is, zodat a n = e {\displaystyle a^{n}=e} met e {\displaystyle e} het neutrale element van G {\displaystyle G} en van H {\displaystyle H} .
  • Ieder element a {\displaystyle a} van een groep G {\displaystyle G} genereert een cyclische ondergroep a {\displaystyle \langle a\rangle } . Als er een positief geheel getal n {\displaystyle n} is zodanig dat a {\displaystyle \langle a\rangle } isomorf is met Z / n Z {\displaystyle \mathbb {Z} /n\mathbb {Z} } , dan is n {\displaystyle n} gelijk aan de orde van a {\displaystyle a} . Is a {\displaystyle \langle a\rangle } isomorf met Z {\displaystyle \mathbb {Z} } , dan zegt men dat a {\displaystyle a} van een oneindige orde is.
  • Voor een deelverzameling S G {\displaystyle S\subseteq G} bestaat er een kleinste ondergroep H {\displaystyle H} die S {\displaystyle S} omvat. H {\displaystyle H} is de doorsnede van alle ondergroepen die S {\displaystyle S} omvatten, wordt aangeduid met S {\displaystyle \langle S\rangle } en de door S {\displaystyle S} voortgebrachte ondergroep genoemd. Een element van G {\displaystyle G} is dan en slechts dan een element van S {\displaystyle \langle S\rangle } als het een eindig product is van elementen van S {\displaystyle S} en hun inverses.
  • De ondergroepen van een groep vormen onder inbedding een volledige tralie die de tralie van ondergroepen wordt genoemd.
  • Ondergroepen van cyclische groepen zijn ook cyclisch.
  • De vereniging van ondergroepen is alleen dan een ondergroep in het triviale geval dat een van beide ondergroepen de andere omvat.

Voorbeeld

Laat G = { 0 , 2 , 4 , 6 , 1 , 3 , 5 , 7 } {\displaystyle G=\{0,2,4,6,1,3,5,7\}} een commutatieve groep zijn met als groepsbewerking de optelling modulo acht. De cayley-tabel van de groep is

+ 0 2 4 6 1 3 5 7
0 0 2 4 6 1 3 5 7
2 2 4 6 0 3 5 7 1
4 4 6 0 2 5 7 1 3
6 6 0 2 4 7 1 3 5
1 1 3 5 7 2 4 6 0
3 3 5 7 1 4 6 0 2
5 5 7 1 3 6 0 2 4
7 7 1 3 5 0 2 4 6

Het neutrale element onder optellen van deze groep is 0. Deze groep wordt onder optellen door het element 1 voortgebracht, dus is een cyclische groep. De groep heeft een paar niet-triviale ondergroepen: J = { 0 , 4 } {\displaystyle J=\{0,4\}} , H = { 0 , 2 , 4 , 6 } {\displaystyle H=\{0,2,4,6\}} en J {\displaystyle J} is een ondergoep van H {\displaystyle H} . De cayley-tabel voor H {\displaystyle H} bestaat uit het linkerboven kwadrant van de cayley-tabel voor G {\displaystyle G} .

Voetnoten
  1. In Nederland is ondergroep gebruikelijk, in Vlaanderen is deelgroep gangbaarder.