Resolutie 1311 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1311 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 28 juli 2000 | |
Nr. vergadering | 4179 | |
Code | S/RES/1311 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen 0 | |
Onderwerp | Georgisch-Abchazisch conflict | |
Beslissing | Verlengde de UNOMIG-waarnemingsmissie met 6 maanden. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2000 | ||
Permanente leden | ||
China · Frankrijk · Rusland · Verenigd Koninkrijk · Verenigde Staten | ||
Niet-permanente leden | ||
Argentinië · Bangladesh · Canada · Jamaica · Maleisië · Mali · Namibië · Nederland · Tunesië · Oekraïne | ||
Georgië met Abchazië in geel-roze gemarkeerd. |
Resolutie 1311 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 28 juli 2000 door de VN-Veiligheidsraad aangenomen met unanimiteit van stemmen. De resolutie verlengde de UNOMIG-waarnemingsmissie in Abchazië met een half jaar.
Achtergrond
Op het einde van de jaren 1980 wilde de Abchazische minderheid in Abchazië onafhankelijk worden van Georgië, waartoe ze behoorden, terwijl de Georgiërs wel de meerderheid van de bevolking uitmaakten. De Georgiërs zagen dat niet zitten en in 1992 leidde de situatie tot een gewapend conflict. Daarbij raakte ook grote buur Rusland betrokken, die het voor de Abchazen opnam. Begin 1993 braken zware gevechten uit om de Abchazische hoofdstad Soechoemi, die kortstondig waren onderbroken door een staakt-het-vuren.
Inhoud
Waarnemingen
Het gebrek aan vooruitgang inzake de kwestie-Abchazië was onaanvaardbaar. Beide partijen moesten elke twee maanden bijeen komen. Op 11 juli hadden ze een protocol getekend over de stabilisatie in de veiligheidszone en beslist harder te werken aan dat over de terugkeer van vluchtelingen naar de regio Gali en economisch herstel.
Handelingen
De partijen moesten blijven onderhandelen over openstaande kwesties, zoals de verdeling van bevoegdheden tussen Tbilisi en Soechoemi. Ze hadden toegezegd geen geweld meer te gebruiken om die kwesties op te lossen. De Veiligheidsraad bevestigde nog eens dat demografische wijzigingen ten gevolge van het conflict onaanvaardbaar waren en drong aan op de terugkeer van vluchtelingen uit Gali.
Verder betreurde de Veiligheidsraad het geweld en de misdaad in de conflictzone en eiste ze dat beide kanten het akkoord van Moskou over het staakt-het-vuren en de scheiding van troepen respecteerden. Ten slotte werd het mandaat van de UNOMIG-waarnemers verlengd tot 31 januari 2001.