Rost van Tonningen

Rost van Tonningen is een Nederlands patriciërsgeslacht.

Stamvader van het geslacht is Jacob Rost van Tonningen (Den Haag, 1753[1] - Nijmegen, 1826[2]). Hij is in Den Haag geboren als buitenechtelijke zoon van de juweliersdochter Maria Barbara van Tonningen (Delft, 1717- aldaar 1791) en volgens haar verklaring van de huisknecht Jacob Rost, die voor de geboorte van zijn zoon Jacob is overleden. Haar verklaring werd bevestigd door een goede vriend Benjamin van Brakel.[3][4] Jacob Rost van Tonningen vestigde zich als notaris te Zierikzee. Uit zijn huwelijk met Anna van der Hucht werden tien kinderen geboren. Twee zoons Jan Christiaan (militair) en Marinus Bernardus (jurist) zijn de stamvaders van twee familietakken. De eerste tak is uitgestorven in 1934. Diverse van hun nazaten maakten gedurende de 19e-eeuw carrière als bestuurder, jurist of militair.[1]

Leden

  • Jacob Rost van Tonningen (1753-1826) - notaris en procureur, wethouder van Zierikzee

Wapen

Het doorsneden schild bevat in het bovenste gedeelte een zwarte keper met drie groene klaverbladen en in het onderste gedeelte een zwarte zeeton, die drijft in blauw water.[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. a b c Nederland's Patriciaat (1997) 80e jaargang, blz. 306 t/m 324
  2. Overlijdensakte, overleden 10 januari 1826
  3. W.E. Smelt, 'De oorsprong van het geslacht Rost van Tonningen', in: De Nederlandsche Leeuw 87 (1970) k. 98-107.
  4. Inwoners van Delft verspreidden namelijk het gerucht, dat Van Brakel de vader zou zijn, hetgeen hij bij herhaling ontkende. Wel was Maria Barbara op zijn advies in Den Haag bevallen in het huis van zijn broer, die met zijn vrouw ook doopgetuige was (bron: DNL 87 (1970), k. 99-100).